Voor de 21ste editie van de Brakona Contactdag konden we helaas niet in levende lijve samenkomen in het Provinciehuis in Leuven. Omdat er in 2020 in Vlaams-Brabant toch wel het een en het ander gebeurde op vlak van natuurstudie, organiseren de Provincie Vlaams-Brabant en Natuurpunt Studie een online alternatief.
Op zaterdagvoormiddag 6 februari stond dit op het programma:
00:01 - Inleiding door dagvoorzitter Frederik Vanlerberghe, Provincie Vlaams-Brabant
04:55 - Het Vinne, op naar een viersterrenrestaurant voor de Roerdomp (Frederik Vanlerberghe, Provincie Vlaams-Brabant)
37:47 - Het Meetnetten-project 2.0 (Sam Van de Poel, Natuurpunt Studie)
48:22 - Over prachtige Bosoprollers en andere Landpissebedden in Vlaams-Brabant (Pallieter De Smedt, Spinicornis)
1:06:45 - Habitatgebruik van Bever op de Dijle op basis van zenderonderzoek (Frank Huysentruyt, INBO)
1:31:29 - PTT wintertellingen van vogels in Vlaams-Brabant (Marc Herremans, Natuurpunt Studie)
1:53:12 - Het nachtvlinderjaar 2020 gezien vanuit mijn tuin (Paul Nuyts)
2:13:45 - Plan kiekendief: eerste realisaties (Hanne Vandewaerde, Regionaal Landschap Zuid Hageland)
2:43:30 - Monitoring van het ecoduct Groenendaal en de tunnel Flossendelle over en onder de R0 in het Zoniënwoud (Simon Feys en Jorg Lambrechts, Natuurpunt Studie)
3:06:58 - Afsluitend woord (Bart Nevens, Gedeputeerde voor milieu, Provincie Vlaams-Brabant)
Agrariërs nemen maatregelen om de biodiversiteit op hun bedrijf te vergroten. Met maatregelen als akkerranden, kruidenrijk grasland en minder mest, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen brengen zij een duurzame landbouw dichterbij en maken het landschap aantrekkelijker. Wat levert dit op voor de
biodiversiteit? Om deze vraag te kunnen beantwoorden heeft CLM Onderzoek en Advies de afgelopen jaren een nieuwe methode ontwikkeld: de agrobiodiversiteitmonitor. Het doel van deze methode is om de biodiversiteit te meten op bedrijfsniveau.
In 2017 heeft TAUW met vier agrarische collectieven en Waternet het programma Sken je sloot opgezet, waarin boeren hun eigen sloten monitoren op de ontwikkeling van de water- en oeverplanten. In de afgelopen zes jaar hebben zo’n 80 verschillende bedrijven sloten gemeten en de resultaten doorgegeven via een app. Daardoor hebben we nu ongeveer 2500 waarnemingen waarmee we iets proberen te zeggen over de waterkwaliteit van dit typisch Nederlandse watertype en welke beheersmaatregelen bijdragen aan een gezonder slootleven, en welke niet. De presentatie wordt gegeven door Carolien Kooiman, Gebiedscoöperatie Rijn, Vecht en Venen en Michiel Wilhelm oppervlaktewater ecoloog bij TAUW BoerenNatuur Kennisuur - (S)ken je sloot
Steven Falk - Don't Stop the Rot
Entomologist and ecologist Steven Falk discusses and celebrates the importance of old trees and dead wood for invertebrates, and how to protect and promote this important environment.
The State of Britain’s Larger Moths 2021 has been compiled by Butterfly Conservation in partnership with Rothamsted Research and the UK Centre for Ecology & Hydrology (UKCEH).
Changes in populations of species in Britain between 1968 and 2017 have been estimated based on the analysis of tens of millions of records gathered through the Rothamsted Insect Survey and the National Moth Recording Scheme.
The report says the total abundance of larger moths decreased by 33 per cent between 1968 and 2017. The extent of the losses has worsened in the past decade. The previous report, in 2013, showed total abundance of Britain’s larger moths decreased by 28 per cent between 1968 and 2007.
Dr Richard Fox of Butterfly Conservation, lead author of the report, says moths are important pollinators of many plants, including wildflowers, and also provide essential food for a variety of animal species, including bats and many familiar birds.
He explains: “This decline is worrying because moths play a vital role in our ecosystems. Because moths are dwindling, we can be pretty sure that other wildlife are also in decline and that our wider environment is deteriorating.”
Steven Falk - Don't Stop the Rot
Entomologist and ecologist Steven Falk discusses and celebrates the importance of old trees and dead wood for invertebrates, and how to protect and promote this important environment.
Steven Falk - Don't Stop the Rot Living Landscapes Claire Install, Senior Conservation Officer for Leicestershire and Rutland Wildlife Trust, discusses the vision of restoring, recreating and reconnecting fragmented habitats to create a resilient and healthy environment, cherished, accessible and useful for people and wildlife, teeming with nature and rich in opportunities for learning, health and well-being.
Claire Install, Senior Conservation Officer for Leicestershire and Rutland Wildlife Trust, discusses the vision of restoring, recreating and reconnecting fragmented habitats to create a resilient and healthy environment, cherished, accessible and useful for people and wildlife, teeming with nature and rich in opportunities for learning, health and well-being.
An Update on Dragonflies in Leicestershire & Rutland Ian Merrill, British Dragonfly Society County Recorder for Leicestershire and Rutland, describes how to identify dragonflies and damselflies and discusses recent changes in the county fauna.
The Making of a Marvel – The Inside Out of Flies Erica McAlister, Senior Curator Flies and Fleas, The Natural History Museum highlights the amazing structures, behaviours and ecology of some of our most maligned of animals – the flies. Flies are one of the diverse groups of animals that dominate this planet and are incredibly important in ecosystems – from pollination to decomposition. Their ecological diversity is a result from a flexible form – from the marvellous maggots to the ferocious flyers – flies have managed to penetrate most regions on the planet. From the tips of their antennae to the end of their abdomens they have adapted, modified and manipulated their bodies, and some of these modifications are providing us with some amazing inspiration.
The Making of a Marvel – The Inside Out of Flies
The oceanic flora of Northwest Europe: mosses, liverworts and ferns
Dr Rory Hodd is a botanist and ecologist working on the conservation and monitoring of plants and habitats, primarily in Ireland, as well as Britain. He is an expert on mosses and liverworts, particularly those of the oceanic fringes of Europe, and is also Botanical Society of Britain and Ireland (BSBI) recorder for North and South Kerry.
The oceanic flora of Northwest Europe: mosses, liverworts and ferns
In haar lezing roept zij terecht op om de digitalisering in Nederland serieuzer te nemen. De digitale transitie dendert over ons heen, 'zónder dat we die sturen of in goede banen leiden'. Dat moet anders. Digitalisering is niet iets dat ons overkomt, het is een fundamentele omslag die sturing en een integrale aanpak nodig heeft. Wil Nederland zijn voorsprong behouden als kenniseconomie, dan moet de overheid meer technici opleiden en meer aandacht geven aan ethische vraagstukken. Maar het kabinet moet vooral meer geld investeren in onderzoek en ontwikkeling, aldus Jeannine Peek.
Voor de 21ste editie van de Brakona Contactdag konden we helaas niet in levende lijve samenkomen in het Provinciehuis in Leuven. Omdat er in 2020 in Vlaams-Brabant toch wel het een en het ander gebeurde op vlak van natuurstudie, organiseren de Provincie Vlaams-Brabant en Natuurpunt Studie een online alternatief.
Op zaterdagvoormiddag 6 februari stond dit op het programma:
00:01 - Inleiding door dagvoorzitter Frederik Vanlerberghe, Provincie Vlaams-Brabant
04:55 - Het Vinne, op naar een viersterrenrestaurant voor de Roerdomp (Frederik Vanlerberghe, Provincie Vlaams-Brabant)
37:47 - Het Meetnetten-project 2.0 (Sam Van de Poel, Natuurpunt Studie)
48:22 - Over prachtige Bosoprollers en andere Landpissebedden in Vlaams-Brabant (Pallieter De Smedt, Spinicornis)
1:06:45 - Habitatgebruik van Bever op de Dijle op basis van zenderonderzoek (Frank Huysentruyt, INBO)
1:31:29 - PTT wintertellingen van vogels in Vlaams-Brabant (Marc Herremans, Natuurpunt Studie)
1:53:12 - Het nachtvlinderjaar 2020 gezien vanuit mijn tuin (Paul Nuyts)
2:13:45 - Plan kiekendief: eerste realisaties (Hanne Vandewaerde, Regionaal Landschap Zuid Hageland)
2:43:30 - Monitoring van het ecoduct Groenendaal en de tunnel Flossendelle over en onder de R0 in het Zoniënwoud (Simon Feys en Jorg Lambrechts, Natuurpunt Studie)
3:06:58 - Afsluitend woord (Bart Nevens, Gedeputeerde voor milieu, Provincie Vlaams-Brabant)
Als je waarnemingen wilt importeren in iNaturalist dan verwachten ze dat de tekstvelden omgeven zijn door """. Helaas kan Excel die niet standaard genereren. Op internet vond ik een VBA script dat alle kolommen voorzag van """. https://learn.microsoft.com/en-us/office/troubleshoot/excel/export-text-file-with-comma-quote Dat is helaas ook weer niet goed want de datumvelden en lat en long velden hebben dat niet nodig. Met wat aanpassingen worden de juiste velden alsnog voorzien van quotes. Ik kon het Excel Tools menu niet vinden en heb de VBA editor opgeroepen met ALT-F11,
Eigenlijk moet het PUNT KOMMA probleem ook nog worden opgelost, dat heb ik namelijk handmatig gedaan met zoek en vervang...
Longitude must be less than or equal to 180
Rij(en): 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77
De onderstaande soorten zijn niet gevonden in de iNaturalist-database.
Single taxon not found: Zygodon spec.
Rij(en): 11, 48
Single taxon not found: Tortula truncata + T. modica
Rij(en): 23
Single taxon not found: Ulota spec.
Rij(en): 33
Single taxon not found: Hypnum cupressiforme + H. andoi
Rij(en): 57
Controleer de spelling voor elk item. Als de spelling correct is, zoek naar de soort op http://www.inaturalist.org/taxa/search. Als de naam nog niet is opgenomen in de iNaturalist-database, kun je deze toevoegen voordat je bulkupload zal werken. Gebruik de box onderaan de zoekpagina om nieuwe namen te importeren. Als de naam aanwezig is maar van toepassing is op meerdere geldige taxa, probeer dan een specifieke naam te gebruiken die overeenkomt met één taxon.
Corrigeer je CSV en probeer het opnieuw.
In haar lezing roept zij terecht op om de digitalisering in Nederland serieuzer te nemen. De digitale transitie dendert over ons heen, 'zónder dat we die sturen of in goede banen leiden'. Dat moet anders. Digitalisering is niet iets dat ons overkomt, het is een fundamentele omslag die sturing en een integrale aanpak nodig heeft. Wil Nederland zijn voorsprong behouden als kenniseconomie, dan moet de overheid meer technici opleiden en meer aandacht geven aan ethische vraagstukken. Maar het kabinet moet vooral meer geld investeren in onderzoek en ontwikkeling, aldus Jeannine Peek.
Voor de 21ste editie van de Brakona Contactdag konden we helaas niet in levende lijve samenkomen in het Provinciehuis in Leuven. Omdat er in 2020 in Vlaams-Brabant toch wel het een en het ander gebeurde op vlak van natuurstudie, organiseren de Provincie Vlaams-Brabant en Natuurpunt Studie een online alternatief.
Op zaterdagvoormiddag 6 februari stond dit op het programma:
00:01 - Inleiding door dagvoorzitter Frederik Vanlerberghe, Provincie Vlaams-Brabant
04:55 - Het Vinne, op naar een viersterrenrestaurant voor de Roerdomp (Frederik Vanlerberghe, Provincie Vlaams-Brabant)
37:47 - Het Meetnetten-project 2.0 (Sam Van de Poel, Natuurpunt Studie)
48:22 - Over prachtige Bosoprollers en andere Landpissebedden in Vlaams-Brabant (Pallieter De Smedt, Spinicornis)
1:06:45 - Habitatgebruik van Bever op de Dijle op basis van zenderonderzoek (Frank Huysentruyt, INBO)
1:31:29 - PTT wintertellingen van vogels in Vlaams-Brabant (Marc Herremans, Natuurpunt Studie)
1:53:12 - Het nachtvlinderjaar 2020 gezien vanuit mijn tuin (Paul Nuyts)
2:13:45 - Plan kiekendief: eerste realisaties (Hanne Vandewaerde, Regionaal Landschap Zuid Hageland)
2:43:30 - Monitoring van het ecoduct Groenendaal en de tunnel Flossendelle over en onder de R0 in het Zoniënwoud (Simon Feys en Jorg Lambrechts, Natuurpunt Studie)
3:06:58 - Afsluitend woord (Bart Nevens, Gedeputeerde voor milieu, Provincie Vlaams-Brabant)
Zie de pagina met opnames van eerder gehouden webinars.
Bent u nog geen lid van de Stichting Menno van Coehoorn en wilt u toch het webinar volgen, stuur dan een mail naar info_AT_coehoorn.nl. U ontvangt dan een eenmalige uitnodiging.
In het onderstaande schema ziet u een overzicht van de geplande webinars. Op de pagina Historisch overzicht vindt u een overzicht van eerder gehouden webinars. In dit overzicht staan vaak ook links (YouTube-kanaal van de Stichting Menno van Coehoorn) naar opnames van de eerder gehouden webinars zodat u deze terug kan kijken.
Datum Tijdstip Onderwerp Spreker(s)
10-05-2023 19.30-21.00u Het militaire landschap van de Afsluitdijk. Geschiedenis en recente transities. Daan Lavies en Tim Buruma
06-06-2023 19.30-21.00u De Atlantikwall als verdediging Hans Sakkers
2023-09-12 19.30-21.00u ** Nog nader in te vullen ** Atlantikwall verplaatst naar december Nog nader in te vullen
2023-10-04 19.30-21.00u De Stelling van Honswijk in het Lekacces Hijlke Bakker
2023-11-07 19.30-21.00u Fort Rammekens 1547, overzicht van de geschiedenis en de bouw van een Habsburgse vesting aan de Schelde Bram Silkens & Jan van der Hoeveen
2023-12-13 19.30-21.00u Atlas van de Atlantikwall in de Provincie Zuid-Holland (DATUM gewijzigd) Arthur van Beveren
The talk will be recorded so you’ll be able to catch up on YouTube. Subscribe to my YouTube channel to be notified when the recording is uploaded: https://www.youtube.com/channel/UCbeFlKCmJl3h05j4dc9bu1Q
Op 4 maart jl ging de West-Vlaamse Natuurstudiedag , na 2 jaar noodgedwongen online, weer met publiek door bij KULAKortrijk
Het thema was deze keer: ‘Is natuur te maken?’
Maar we namen de lezingen ook op. Je kunt ze dus op je gemak eens (her) bekijken , via onderstaande link:
https://youtu.be/l9obhi-YLT8
Op 4 maart jl ging de West-Vlaamse Natuurstudiedag , na 2 jaar noodgedwongen online, weer met publiek door bij KULAKortrijk
Het thema was deze keer: ‘Is natuur te maken?’
Maar we namen de lezingen ook op. Je kunt ze dus op je gemak eens (her) bekijken , via onderstaande link:
https://youtu.be/l9obhi-YLT8
In haar lezing roept zij terecht op om de digitalisering in Nederland serieuzer te nemen. De digitale transitie dendert over ons heen, 'zónder dat we die sturen of in goede banen leiden'. Dat moet anders. Digitalisering is niet iets dat ons overkomt, het is een fundamentele omslag die sturing en een integrale aanpak nodig heeft. Wil Nederland zijn voorsprong behouden als kenniseconomie, dan moet de overheid meer technici opleiden en meer aandacht geven aan ethische vraagstukken. Maar het kabinet moet vooral meer geld investeren in onderzoek en ontwikkeling, aldus Jeannine Peek.
Voor de 21ste editie van de Brakona Contactdag konden we helaas niet in levende lijve samenkomen in het Provinciehuis in Leuven. Omdat er in 2020 in Vlaams-Brabant toch wel het een en het ander gebeurde op vlak van natuurstudie, organiseren de Provincie Vlaams-Brabant en Natuurpunt Studie een online alternatief.
Op zaterdagvoormiddag 6 februari stond dit op het programma:
00:01 - Inleiding door dagvoorzitter Frederik Vanlerberghe, Provincie Vlaams-Brabant
04:55 - Het Vinne, op naar een viersterrenrestaurant voor de Roerdomp (Frederik Vanlerberghe, Provincie Vlaams-Brabant)
37:47 - Het Meetnetten-project 2.0 (Sam Van de Poel, Natuurpunt Studie)
48:22 - Over prachtige Bosoprollers en andere Landpissebedden in Vlaams-Brabant (Pallieter De Smedt, Spinicornis)
1:06:45 - Habitatgebruik van Bever op de Dijle op basis van zenderonderzoek (Frank Huysentruyt, INBO)
1:31:29 - PTT wintertellingen van vogels in Vlaams-Brabant (Marc Herremans, Natuurpunt Studie)
1:53:12 - Het nachtvlinderjaar 2020 gezien vanuit mijn tuin (Paul Nuyts)
2:13:45 - Plan kiekendief: eerste realisaties (Hanne Vandewaerde, Regionaal Landschap Zuid Hageland)
2:43:30 - Monitoring van het ecoduct Groenendaal en de tunnel Flossendelle over en onder de R0 in het Zoniënwoud (Simon Feys en Jorg Lambrechts, Natuurpunt Studie)
3:06:58 - Afsluitend woord (Bart Nevens, Gedeputeerde voor milieu, Provincie Vlaams-Brabant)
he ARISE Digital Species Identification team have defined an API - a standardised way for algorithms to describe what they have localised & identified in media items. It is flexible enough to cover images, sounds, video, and more. Read more about it in this blog post they mad
https://www.arise-biodiversity.nl/post/an-api-for-ai-species-recognition Different strokes
The goal of our API definition is to cover a large number of use cases for different media (images, groups of images, video, sound, radar, etc.) and different tasks (classification, detection, segmentation, tracking, etc.). Another goal is to provide high-level compatibility with existing standards such as Camtrap DP, COCO, Audiovisual Core, etc, while allowing room for future more complex use-cases. The format also supports concepts such as Linked Open Data, Machine Learning Provenance, and API versioning.
The basic idea of the format is that regions (geometric areas) are described in the input media. These regions are grouped into region groups. One or more predictions are given per region group.
The input to the API can be a single media item, a sequence (ordered) or a set (unordered) of media items. Region groups can be formed between regions in a media item and between media items. The format supports multi-task predictions, for example per region group you can have a multi-class output, a multi-label output, and predict a scalar.
Kwartiertellingen en liveatlas tellingen ondersteunen de aantalstrends. Naast vaste routes om zo een grotere ruimtelijke resolutie van aantalstrends te gebruiken (denk aan trends per natuurgebied/gemeente)
Tom Wessels, ecologist and author of Reading the Forested Landscape and Forest Forensics, teaches us to read landscapes the way we might solve a mystery. Why do beech and birch trees have smooth bark when the bark of other northern species is rough? How do you tell the age of a beaver pond or determine if beavers still reside there? Why are pines dominant in one patch of forest, while maples are dominant in another?
Using photos from Cary Institute’s 2,000-acre research campus, and images submitted by participants, Wessels discusses forest dynamics and history, coevolved interactions among forest species, and unique tree adaptations.
On a walk in the woods have you encountered interesting growth patterns, evidence of disturbance (either natural or human-made), or unique geological features?
https://www.caryinstitute.org/sites/default/files/public/downloads/forested_landscape_wessels.pdf Wessels is a terrestrial ecologist and professor emeritus at Antioch University. In addition to Reading the Forested Landscape and Forest Forensics, he is the author of The Granite Landscape, The Myth of Progress, and New England’s Roadside Ecology.
Wil je op de hoogte blijven van aankondigingen m.b.t. de volgende West-Vlaamse Natuurstudiedag: die vind je op https://www.facebook.com/groups/225357170938960/ . Daar vind je ook foto’s van de voorbije editie
our newest Webinar Series, we’re going to take a deep dive into mycorrhizal fungi because they are a perfect example of how a better future for agriculture can be realized through plant and microbial relationships. Due to beneficial interactions with plants, Mycorrhizal Fungi can help improve yields, crop health, and ecosystem resilience.
This 4-Part Webinar Series is 100% FREE and brought to you by The Soil Food Web School. Follow the link to register and we’ll see you on April 11th at 11am PT (that’s 7pm UK time)! 🍄
Bring your questions for the LIVE Q&A sessions!
Een documentaire over de reis naar Spitsbergen om concrete plannen te bedenken hoe we de
verduurzaming in Nederland gaan financieren.
https://www.youtube.com/watch?v=_HojOBHgsCI
KIVI - Elektrotechniek E Lunchwebinar Zelfvoorzienend worden met zonne energie 20230215
Tom Wessels, ecologist and author of Reading the Forested Landscape and Forest Forensics, teaches us to read landscapes the way we might solve a mystery. Why do beech and birch trees have smooth bark when the bark of other northern species is rough? How do you tell the age of a beaver pond or determine if beavers still reside there? Why are pines dominant in one patch of forest, while maples are dominant in another?
Using photos from Cary Institute’s 2,000-acre research campus, and images submitted by participants, Wessels discusses forest dynamics and history, coevolved interactions among forest species, and unique tree adaptations.
On a walk in the woods have you encountered interesting growth patterns, evidence of disturbance (either natural or human-made), or unique geological features?
https://www.caryinstitute.org/sites/default/files/public/downloads/forested_landscape_wessels.pdf
Wessels is a terrestrial ecologist and professor emeritus at Antioch University. In addition to Reading the Forested Landscape and Forest Forensics, he is the author of The Granite Landscape, The Myth of Progress, and New England’s Roadside Ecology.
Reading the Forested Landscape with Tom Wessels
https://www.caryinstitute.org/sites/default/files/public/downloads/forested_landscape_wessels.pdf
Op 4 maart jl ging de West-Vlaamse Natuurstudiedag , na 2 jaar noodgedwongen online, weer met publiek door bij KULAKortrijk
Het thema was deze keer: ‘Is natuur te maken?’
Maar we namen de lezingen ook op. Je kunt ze dus op je gemak eens (her) bekijken , via onderstaande link:
https://youtu.be/l9obhi-YLT8
Het programma en de powerpoints van deze alweer leerrijke studiedag vind je terug op www.westvlaamsemilieufederatie.be/natuurstudiedag
Wil je op de hoogte blijven van aankondigingen m.b.t. de volgende West-Vlaamse Natuurstudiedag: die vind je op https://www.facebook.com/groups/225357170938960/ . Daar vind je ook foto’s van de voorbije editie
Op 15 maart 2023 vertelden Prof. Tine de Moor (Erasmus Universiteit) en Christiaan Bikker (HAS Hogeschool) over participatie van leden in een coöperatie zoals Herenboeren. Tine de Moor is mede-oprichter van ‘Collectieve Kracht’, een kennisplatform voor burgerinitiatieven. Zij deed veel onderzoek naar het groeien en bloeien van burgercoöperaties. Christiaan Bikker schreef in 2022 zijn masterscriptie Antropologie over participatie van leden bij Herenboeren Wenumseveld (Apeldoorn). Hij deelt hieruit een aantal highlights en conclusies. De video inclusief de beantwoording van de vragen van de deelnemers duurt 87 minuten. NB: de eerste 4.08 min bevatten geen bewegend beeld i.v.m. de privacy van enkele deelnemers, je hoort dan wél de intro op het webinar!
Monitoring van Biodiversiteit
Op 15 februari 2023 deelden Joke Stoop (biologe en beleidsmaker monitoring bij Herenboeren Nederland) en Anne Proot (biologe en mede-oprichter Herenboeren Duinstreek, Bergen NH) hun kennis over monitoring van biodiversiteit. Eén van de 3 pijlers van een Herenboerderij is ‘natuurgedreven voedselproductie’. Dat betekent o.a. dat we naast het produceren van voedsel óók de bodem willen verbeteren en biodiversiteit willen vergroten. Maar hoe vergroot en meet je biodiversiteit? Joke vertelde over het doel van monitoring: welke soorten vinden we eigenlijk interessant en ‘wat heb je eraan’? Anne is coördinator van een enthousiaste vrijwilligersgroep ‘Monitoring Biodiversiteit’ met meer dan 30 leden. Zij gaf ons mooie praktijkvoorbeelden van Herenboeren Duinstreek. Het webinar inclusief de beantwoording van de vragen van de deelnemers duurt 80 minuten.
Toegang tot Grond
Op 16 januari 2023 gingen Geert van der Veer (oprichter Herenboeren), Michiel de Koe (rentmeester) en David Harleman (asr Dutch Farmland Fund) met elkaar en met het publiek in gesprek over over de (on)mogelijkheden omtrent het verwerven van grond voor de landbouwtransitie. Herenboeren werkt aan een gezonde, vitale bodem als basis van ons bestaan. Maar het is niet altijd makkelijk voor Herenboerderijen, én voor andere veranderingsinitiatieven in de landbouw, om letterlijk ‘voet aan de grond’ te krijgen. Toegang tot een betaalbare, vruchtbare en vitale bodem voor onze toekomstige generaties is nog vaak beperkt. Toch gebeurt er ook een hoop dat ons positief stemt! Het webinar en de beantwoording van de vragen van de deelnemers duurt 80 minuten.
Why How What Herenboeren
Op 2 februari 2022 vertelde Geert van der Veer, oprichter van Herenboeren, zijn verhaal over het waarom, hoe en wat rondom Herenboeren. Wat houdt het concept in, wat houden de pijlers natuurgedreven, sociaal & cultureel verbonden en economisch gedragen in en waarom zijn de zeven uitgangpunten zo belangrijk in het Herenboeren-concept. Dit webinar is interessant voor iedere Herenboer en iedere geïnteresseerde die overweegt Herenboer te worden. Het webinar en beantwoording van vragen van de deelnemers duurt 60 minuten.
Het varken in de landbouw
Op 16 februari 2022 gaf Adriaan Antonis een Webinar over het varken. Adriaan Antonis is onderzoeker bij WUR, veearts én biologisch dynamisch boer. Hij nam ons mee in de geschiedenis van het varken en keek samen met ons naar de toekomst van het varken in de kringlooplandbouw. Is er in de landbouw van de toekomst in Nederland plaats voor de varkenshoeder? Kijk en luister mee naar dit razend interessante en leerzame onderwerp! Het webinar en beantwoording van vragen van de deelnemers duurt ongeveer een uur.
Mentale Oogst
Op 23 maart 2022 gaf Marjolein Elings een Webinar over het onderwerp Mentale Oogst. Marjolein Elings is verbonden aan de WUR waar zij onderzoek doet naar zorgboerderijen. We leggen uit wat we verstaan onder mentale oogst en vervolgens deelt Marjolein Elings haar onderzoeksresultaten en vertelt daarbij welke effecten het werken op een (zorg)boerderij heeft op de deelnemers. Zouden Herenboeren-leden deze effecten ook ervaren wanneer zij meewerken op hun Herenboerderij? Een lid van Herenboeren Wenumseveld uit Apeldoorn deelt zijn ervaring met ons. En welke oogst, naast de wekelijkse groenten/fruit/eieren/vlees, haal je zelf op wanneer je op jouw eigen Herenboerderij komt of wanneer je meewerkt? Doe jij al aan agro-fitness? Dit webinar duurt ongeveer 70 minuten.
Gezonde bodem / gezonde plant
Op 6 april 2022 gaf Bart Willems een webinar met als onderwerp Gezonde bodem / gezonde plant. Bart Willems is teeltadviseur bij Herenboeren Nederland en bij de Warmonderhof leidde hij honderden tuinders op in de biologische dynamische tuinbouw. Bart vertelt over de verscheidenheid aan bodems en kwaliteiten daarvan op de verschillende Herenboerderijen. Daarnaast stelt Bart ons de vraag wanneer een bodem en een plant gezond zijn, en waaraan kun je dit zien? Met dit webinar lichten we een tipje van sluier op over de bodem en over de (groente)planten. Hopelijk smaakt dit webinar naar meer en duiken we binnenkort samen nog eens dieper de bodem in. Dit webinar duurt 90 minuten.
Webinar april 2020
Herenboeren Nederland hield in april 2020 een online webinar om geïnteresseerden, die normaliter een Herenboerderij of informatieavond zouden bezoeken, in staat te stellen kennis te maken met onze beweging. In dit webinar gingen we ook in op de praktische kanten van het Herenboeren-schap. Wat houdt het in om Herenboer te worden?
https://www.rabobank.com/nl/raboworld/articles/planting-crops-with-trees-drives-magical-reforestation-in-costa-rica.html Costa Rica heeft naam gemaakt als ecotoeristische bestemming, een natuurlijk paradijs van biodiversiteit. Het land telt meer dan twintig nationale parken, regenwouden, nevelwouden, tropische droogbossen, natuurgebieden en fascinerende flora en fauna. Maar in de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen de ontbossing in Costa Rica op zijn hoogtepunt was, zag het land er heel anders uit. Volgens sommige schattingen daalde de bosbedekking tot slechts 25 procent van het land. Andere deskundigen houden het op een bosoppervlakte van veertig procent op het dieptepunt.
Costa Rica plant momenteel ongeveer zeven keer zoveel bomen als dat het kapt, volgens Víctor Milla Quesada, vertegenwoordiger van de voedsel- en landbouworganisatie van de VN in Costa Rica. "Maar we zijn er nog niet helemaal”, aldus Bryan Finegan, die opmerkt dat het risico van bosbranden als gevolg van klimaatverandering en de resulterende droogte een bedreiging zou kunnen vormen voor het herstel van de bossen.
In Nederland komen naast de honingbij nog bijna 360 bijensoorten voor. Ieder met zijn eigen leefwijze en favoriete planten. De helft daarvan staart op de rode lijst en om goed te monitoren hoe het hen vergaat is er maar één methode: meten. Verwonderaar Doret ruilde een werkdag in voor een teldag en verdiept zich
sindsdien in het bijenleven op één specifieke plek. Zo draagt ze bij aan de wetenschap, en daar krijgt ze veel voor terug.
https://vlinderwerkgroepdrenthe.nl/wp-content/uploads/2017/04/2011-b.pdf
Vlinders zijn wat nectarplanten betreft ware opportunisten.
Desondanks zijn er wel bepaalde lijnen te construeren.
Allereerst dient de bloeitijd van de nectarplant samen te
vallen met de vliegtijd van een bepaalde vlindersoort.
Akkerdistel is bijvoorbeeld een geliefde nectarplant maar
men zal nooit een oranjetipje op een akkerdistel aantreffen
omdat de bloeitijd buiten de vliegperiode van het oranjetipje
valt. In sommige milieus zoals heide en hoogveen is ook het
aantal plantensoorten gering en dus het aantal geschikte
nectarplanten. Vlindersoorten die in dat soort milieus vliegen,
zoals de heide – en hoogveenvlinders veenbesblauwtje,
heideblauwtje etc., zijn dan ook op weinig plantensoorten
foeragerend aangetroffen (tabel 1). Het gaat voornamelijk
om gewone dophei en struikhei. Verder is ook de mate
van voorkomen van belang. Sommige plantensoorten zijn
erg geliefd als nectarplant maar komen van nature slechts
verspreid en in lage aantallen voor en zijn als nectarplant van
beperkt belang. Een voorbeeld van een dergelijke plant is
koninginnenkruid.
Wat het aantal plantensoorten betreft waarop een
vlindersoort nectardrinkend is waargenomen staan
in Drenthe klein geaderd witje en klein koolwitje, met
respectievelijk 111 en 99 plantensoorten, op nummer een
en twee. Beide soorten zijn zeer algemeen en vliegen
in meerdere generaties per jaar en benutten daardoor
een groot scala aan nectarplanten. Opvallend is dat ook
zwartsprietdikkopje, met 85 plantensoorten, in de top drie
staat. Als een van de kleinste dagvlindersoorten van ons land
ziet hij kans een groot aantal nectarplanten te benutten. Hij
vliegt namelijk zowel op plantensoorten met kleine bloemen
als op plantensoorten met grote bloemen. Voor de grotere
vlindersoorten zijn plantensoorten met kleine bloemen van
weinig betekenis
Welke plantensoorten zijn voor dagvlinders in Drenthe
nu het meest interessant (tabel 2). Voor de heide – en
hoogveenvlinders is dat gemakkelijk het zijn namelijk
gewone dophei (Erica teralix) en struikhei (Calluna vulgaris).
Voor vlinders die min of meer gebonden aan bos of andere
houtopstanden namelijk eikenpage, boomblauwtje,groentje
en bont zandoogje is sporkehout (Rhamnus frangula) een
belangrijke nectarbron. Braam (Rubus spec) is vooral
geliefd bij groot dikkopje, koevinkje, bruin zandoogje en
landkaartje. Boerenwormkruid (Tanecetum vulgare) en
gewoon duizendblad (Achillea millefolium) scoren hoog bij
bruine vuurvlinder en kleine vuurvlinder. Stijf havikskruid
(Hieracium laevigatum) is geliefd bij de citroenvlinder, klein
koolwitje en argusvlinder. Het gaat daarbij vooral om de
tweede bloei van stijf havikskruid in de herfst. Deze tweede
bloei treedt op nadat de vegetatie in de zomer al een keer
s gemaaid. De belangrijkste nectarplant voor een aantal
dagvlinders in Drenthe is akkerdistel (Cirsium arvensis).
Zowel bij zwartsprietdikkopje, citroenvlinder, distelvlinder,
dagpauwoog, landkaartje, oranje zandoogje en bruin
zandoogje staat deze soort op nummer een. Bij groot
koolwitje, klein koolwitje, koevinkje, staat deze nectarplant
op de tweede plaats. Andere interessante nectarbronnen
voor dagvlinders zijn verder vertakte leeuwentand
(Leontodon autumnalis). Deze meer naar de herfst toe
bloeiende soort wordt vooral door argusvlinder, klein
koolwitje en klein geaderd witje bezocht. In het voorjaar
is pinksterbloem (Cardamine pratensis) niet alleen de
belangrijkste waardplant maar ook de belangrijkste
nectarbron voor het oranjetipje. De bloeiwijzen van grote
kattenstaart (Lythrum salicaria) zijn vaak behangen met
klein geaderde witjes. Koninginnenkruid (Eupatorium
cannabinum) is geliefd bij veel soorten
maar is de verspreiding te beperkt om
een belangrijke rol als nectarplant te
spelen In stedelijke milieus is vlinderstruik
een zeer belangrijke nectarbron.
Tenslotte foerageert landkaartje vaak
op schermbloemen zoals gewone
berenklauw. In dit overzicht ontbreekt
een zeer belangrijke nectarplant namelijk
Jacobskruiskruid (Senecio jacobaea)).
Deze soort is in Drenthe vooral na
2000 zeer algemeen geworden maar
ontbreken kwantitatieve gegevens om
het belang van deze nectarbron voor
dagvlinders in Drenthe te schetsen.
Verder zijn er nog wel meer aspecten
die aandacht verdienen. Zo wordt op
sommige plantensoorten het ene jaar
wel het andere jaar nauwelijks door
dagvlinders bezocht. Klein koolwitje en
klein geaderd witje vliegen ondermeer
op gewoon wilgenroosje (Chamaenerion
angustifolium). Andere dagvlindersoorten
zie je niet of nauwelijks op gewoon
wilgenroosje vliegen. De reden is mij
onbekend. Kor
https://www.netopzee.eu/hollandsekustnoord/overige-pagina-s/nieuwsbrieven/ontvangenhttps://www.vliz.be/nl/vliz-nieuwsbrief nze inheemse dieren. De inheemse plantensoorten hebben een lange geschiedenis met de diersoorten die hier voorkomen, waardoor er vaak veel interacties zijn tussen deze planten en dieren. Dit geldt voornamelijk voor mono- of oligofage diersoorten en voor planten (zoals orchideeën) die heel specifieke interacties met een bepaalde insectensoort hebben ontwikkeld waar hun voortbestaan (voortplanting) van afhangt. Dit laatste geldt weliswaar voornamelijk voor tropische orchideeën, maar het is als voorbeeld bedoeld (en onze soorten zijn natuurlijk in de tropen juist weer exoten). Exotische planten nemen daardoor ruimte in beslag die anders door inheemse planten gebruikt had kunnen worden. Als je bijvoorbeeld bedenkt dat een inheemse soort als waardplant dient voor 10 diersoorten en een exoot misschien voor 1 of 2 diersoorten, dan neemt daarmee de complexiteit en biodiversiteit af. Dit geldt uiteraard voornamelijk voor plant/dier-interacties waarbij de plant direct als voedselbron dient. Als nectarplant is het over het algemeen iets minder specifiek (behalve dus bijvoorbeeld bij orchideeën), hoewel een aantal gekweekte exotische plantensoorten weinig tot geen nectar aanbieden maar wel insecten lokken. De inheemse insecten hebben geen ervaring met deze planten en zullen dus fanatiek bij de bloemen naar nectar zoeken en zo energie verspillen.
Wat betreft dat inheemse soorten beter aangepast zijn aan het klimaat of beter bestand zijn tegen klimaatveranderingen klopt niet per se. Sommige exoten doen het hier juist beter dan inheemse soorten (tot het invasieve aan toe) en een aantal inheemse soorten is hier aangepast op een heel specifiek (micro)klimaat en biotoop. Met klimaatverandering kunnen deze biotopen makkelijk veranderen en de inheemse soorten hebben lang niet altijd de mogelijkheid om met de klimaatverandering mee te bewegen (en sterven dus makkelijk uit). Exoten (die hier verkocht worden) zijn over het algemeen niet zo kwetsbaar. Maar uiteraard geldt wel weer dat inheemse soorten een duidelijke plek in het ecosysteem hier hebben en dus echt deel uitmaken van onze natuur. Dit geldt dan minder voor exoten.
https://www.vliz.be/nl/vliz-nieuwsbrief
https://www.natuurpunt.be/nieuws/wat-zijn-de-belangrijkste-bloemen-voor-bijen-20230302 De vele advieslijsten op het internet zijn dus goedbedoeld en niet perse slecht, maar slaan dus vaak de bal mis en promoten niet die planten die onze meer bedreigde bijensoorten net nodig hebben. Onze analyses tonen aan dat die topplanten bij uitstek onze inheemse (on)kruiden zijn die gewoon aanwezig kunnen zijn in gazons door wat minder frequent te maaien of in graslanden met een geschikt maaibeheer. Onze meest banale tuinplant, de paardenbloem, bleek immers met kop en schouders boven alle andere planten uit te steken. Ook andere planten die in heel wat tuinen te vinden zijn, zoals jacobskruiskruid, rode klaver, wilde peen en gewone ereprijs, staan hoog in de top 25.
Verschillende van de topplanten zijn tegelijkertijd net die planten die in veel tuinen of andere plaatsen intensief bestreden worden, kijk maar naar de nummer 1, de paardenbloem. Hetzelfde kan gezegd worden over jakobskruiskruid, onze nummer 5 in de lijst. Deze plant is giftig voor runderen en paarden, waardoor het voor veehouders en paardenliefhebbers een echte probleemplant is. Ook distels zijn erg belangrijk met akkerdistel op de 4de plaats en speerdistel (50 soorten) en kale jonker (43 soorten) net buiten de top 25. De bestrijdingsplicht voor distels is intussen weggevallen, maar toch worden de planten op veel plaatsen nog bestreden. https://www.natuurpunt.be/nieuws/wat-zijn-de-belangrijkste-bloemen-voor-bijen-20230302
. Zeldzamere, meer gespecialiseerde insecten vindt je op die exotische planten veel minder tot niet. Voorbeeld zijn de Amerikaanse guldenroedes maar ook bijvoorbeeld de vlinderstruik, die wel aantallen insecten aantrekken, maar niet nuttig zijn voor de meer onder druk staande insectensoorten (en waarvan het blad niet wordt gegeten door inheemse insecten ...).
Een andere vraag is of cultivars van inheemse soorten evengoed zijn als de oorspronkelijke wildvorm van die inheemse soorten. Daar is niet zoveel over bekend. Waar het op lijkt is dat bontbladige planten welliswaar duidelijk langzamer groeien als normaal groene, maar door insecten evengoed worden gebruikt als de groene vormen. Donkerbladige vormen (b.v. rode beuk) lijken minder in trek te zijn bij plantenetende insecten, doordat de donkere kleurstof een afweermiddel tegen insecten is (groenbladige planten van dezelfde soorten hebben die donkere stof ook, maar in veel mindere hoeveelheid). Wanneer je kijkt naar bloembezoek, maar die bladkleur niets uit.
sommige exoten zijn zo in trek bij bloembezoekende insecten dat dit ten koste kan gaan van de bestuiving van inheemse plantensoorten. Dit zou het geval kunnen zijn met de bijenboom (bee-bee tree), die ook potentieel invasief is. Door bijenhouders de hemel in geprezen, maar voor de natuur geen geweldig ding.
Hommels hebben steun nodig:
In tegenstelling hetgeen vele mensen denken gaat het slecht met vele hommelsoorten. Vooral klaver specialisten (daarom verkopen wij ook rode- en witte klaver in onze webshop). Maar ook de meer algemenere hommelsoorten zijn kwetsbaar. Het is belangrijk dat vanaf het vroege voorjaar tot laat in de zomer voldoende voedsel beschikbaar is. Daarom stimuleren en verkopen we diverse bloembollen soorten (ook cultuursoorten) en onze bloemenmengsel met cultuursoorten.
Deze mengsels hebben wel degelijk een waarde i.t.t. de diverse (vage) (carnavals)mengsel met gevuld-bloemige soorten die in diverse tuincentra, winkels en webshops worden aangeboden en geen voedselbron zijn voor bijen.
Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat het allemaal net iets genuanceerder ligt. Zie: https://www.rhs.org.uk/science/conservation-biodiversity/plants-for-bugs In all, the study found that the best way to support invertebrates in gardens and promote a healthy ecosystem, is to choose plantings biased towards British native plants and encourage dense vegetation, while leaving some patches of bare soil.
Near-native (northern hemisphere) - and exotic (southern hemisphere) plants also have a positive role to play in providing a habitat for invertebrates, offering good evergreen winter cover and supporting pollinators when in flower. Many gardens are already important habitats for invertebrates, but this research helps refine the advice given to gardeners wanting to maximise their garden’s potential and support declining invertebrates.
Most importantly, any planting in a garden is better than none for invertebrates and diversity of plant origin in a garden is a strength, not a weakness.
Tuinen met grotendeels uitheemse soorten hebben slechts een iets kleinere soortenrijkdom: uitheems [northern-hemisphere -> -10%] & uitheems [southern-hemisphere -> -20%]. Zolang de beplanting voor het merendeel uit inheemse en northern-hemisphereplanten bestaat zit je behoorlijk goed. Plant daarnaast een aantal southern-hemisphere planten, zoals enkelbloemige Dahlias, Salvias, Verbena bonariensis, Tithonias en Zinnias,om het bloeiseizoen te verlengen.
our newest Webinar Series, we’re going to take a deep dive into mycorrhizal fungi because they are a perfect example of how a better future for agriculture can be realized through plant and microbial relationships. Due to beneficial interactions with plants, Mycorrhizal Fungi can help improve yields, crop health, and ecosystem resilience.
This 4-Part Webinar Series is 100% FREE and brought to you by The Soil Food Web School. Follow the link to register and we’ll see you on April 11th at 11am PT (that’s 7pm UK time)! 🍄
Bring your questions for the LIVE Q&A sessions!
Tom Wessels, ecologist and author of Reading the Forested Landscape and Forest Forensics, teaches us to read landscapes the way we might solve a mystery. Why do beech and birch trees have smooth bark when the bark of other northern species is rough? How do you tell the age of a beaver pond or determine if beavers still reside there? Why are pines dominant in one patch of forest, while maples are dominant in another?
Using photos from Cary Institute’s 2,000-acre research campus, and images submitted by participants, Wessels discusses forest dynamics and history, coevolved interactions among forest species, and unique tree adaptations.
On a walk in the woods have you encountered interesting growth patterns, evidence of disturbance (either natural or human-made), or unique geological features?
https://www.caryinstitute.org/sites/default/files/public/downloads/forested_landscape_wessels.pdf
Wessels is a terrestrial ecologist and professor emeritus at Antioch University. In addition to Reading the Forested Landscape and Forest Forensics, he is the author of The Granite Landscape, The Myth of Progress, and New England’s Roadside Ecology.
Reading the Forested Landscape with Tom Wessels
https://www.caryinstitute.org/sites/default/files/public/downloads/forested_landscape_wessels.pdf
Op 4 maart jl ging de West-Vlaamse Natuurstudiedag , na 2 jaar noodgedwongen online, weer met publiek door bij KULAKortrijk
Het thema was deze keer: ‘Is natuur te maken?’
Maar we namen de lezingen ook op. Je kunt ze dus op je gemak eens (her) bekijken , via onderstaande link:
https://youtu.be/l9obhi-YLT8
Het programma en de powerpoints van deze alweer leerrijke studiedag vind je terug op www.westvlaamsemilieufederatie.be/natuurstudiedag
Wil je op de hoogte blijven van aankondigingen m.b.t. de volgende West-Vlaamse Natuurstudiedag: die vind je op https://www.facebook.com/groups/225357170938960/ . Daar vind je ook foto’s van de voorbije editie
Ze zijn klein, maar doen grootse dingen voor de natuur.
Een kwart van alle biodiversiteit op aarde leeft in de grond. Een wondere wereld vol wormen, slakken en schimmeldraden, die laborant Simone Brandt vast wil leggen in hun eigen leefgebied: de bodem. Dat bleek de aanzet tot een bioscoopfilm.
sindsdien in het bijenleven op één specifieke plek. Zo draagt ze bij aan de wetenschap, en daar krijgt ze veel voor terug.
JBU tabellen Online
Dit jaar begint de JBU met het maken van een digitaal archief. Elke maand worden oude, uitverkochte uitgaves van de JBU als PDF op de website gezet. Er staan inmiddels zeven uitgaves online:
https://jeugdbondsuitgeverij.nl/digitaal-archief/
Graafwespen van de Benelux, geschreven door Wim Klein. Deze determinatietabel is een standaardwerk in het Nederlandse graafwespenonderzoek. Veel soorten zijn met deze tabel, in combinatie met het supplement te determineren;
Graafwespen van de Benelux, supplement, geschreven door Wim Klein. In dit supplement staan veel verbeteringen en enkele nieuwe soorten voor de eerdere uitgave. Samen met bovenstaande een gedegen werk om graafwespen mee op naam te brengen;
Wielwebspinnentabel, geschreven door Ron van 't Veer. Dit betreft een vrij bijzondere determinatietabel. De wielwebspinnen zijn op naam te brengen, maar ook zijn er beschrijvingen van de webben en ecologie. In de uitgave wordt ook besproken hoe de spinnen te vinden zijn en er zijn veel mooie en nuttige tekeningen toegevoegd;
Spillebeenvliegen, wortelvliegen en wolzwevers van Noordwest-Europa, geschreven door V.S. van der Goot & M.P. van Veen. Van deze tabel zijn twee drukken verschenen, hiervan is de laatste druk beschikbaar;
Plooivleugelwespen, geschreven door Raimond Hensen. Een van de laatste tabellen van alle plooivleugelwespen in Nederland. De tweede en tevens laatste druk van deze tabel staat op de website;
De hommels van Nederland, geschreven door Jan van der Blom. De gewijzigde druk van 1996 staat op de website;
Inventarisatiehandleiding, beschreven door Max Batenburg. De vijfde druk is beschikbaar
https://www.herenboeren.nl/webinars/ Monitoring van Biodiversiteit
Op 15 februari 2023 deelden Joke Stoop (biologe en beleidsmaker monitoring bij Herenboeren Nederland) en Anne Proot (biologe en mede-oprichter Herenboeren Duinstreek, Bergen NH) hun kennis over monitoring van biodiversiteit. Eén van de 3 pijlers van een Herenboerderij is ‘natuurgedreven voedselproductie’. Dat betekent o.a. dat we naast het produceren van voedsel óók de bodem willen verbeteren en biodiversiteit willen vergroten. Maar hoe vergroot en meet je biodiversiteit? Joke vertelde over het doel van monitoring: welke soorten vinden we eigenlijk interessant en ‘wat heb je eraan’? Anne is coördinator van een enthousiaste vrijwilligersgroep ‘Monitoring Biodiversiteit’ met meer dan 30 leden. Zij gaf ons mooie praktijkvoorbeelden van Herenboeren Duinstreek. Het webinar inclusief de beantwoording van de vragen van de deelnemers duurt 80 minuten.
Eén van de 3 pijlers van een Herenboerderij is ‘natuurgedreven voedselproductie’.
Uitgangspunt in een natuurgedreven voedselproductiesysteem is de kracht en complexiteit van natuurlijke processen, en het ontwikkelend en parerend vermogen daarvan. Observeer en lees de natuur, laat haar voor je werken, werk mét haar en ga er niet tegenin: dat maakt het geheel sterker.
Als je de natuurlijke processen (onder- en bovengronds, met het geheel van relaties tussen plant, dier, bodem, micro-organismen e.d.) als uitgangspunt neemt, ontstaat op termijn een veerkrachtig en (bio)divers systeem met veel (natuur)waarden in een waardevol landschap.
Dat systeem, feitelijk een cross-over van wat we nu nog ‘landbouw’ en ‘natuur’ noemen, kan zich dan met een minimum aan externe inputs in stand houden én ontwikkelen.
Hoe zijn we daar in de praktijk op de Herenboerderij mee bezig? Hoe vergroten (en meten) we biodiversiteit?
Dat is nog niet zo eenvoudig. Maar we vinden het wel heel belangrijk!
Ontdek er vanavond meer over, en laat je inspireren.
Sprekers:
1) Joke Stoop (bioloog en beleidsmaker monitoring bij Stichting Herenboeren Nederland)
2) Anne Proot (bioloog en mede-oprichter van coöperatie Herenboeren Duinstreek in Bergen, NH)
Joke en Anne vertellen over de ups en downs van het monitoren van biodiversiteit op de Herenboerderij.
Joke zal ingaan op de vraag wat het doel is van het monitoren van allerlei soorten. Welke soorten vinden we interessant? En wat heb je eraan?
Anne is coördinator van een ontzettend enthousiaste vrijwilligersgroep ‘Monitoring Biodiversiteit’ waar maar liefst 30 leden van Herenboeren Duinstreek (Bergen, NH) bij zijn aangesloten. Zij geeft ons mooie praktijkvoorbeelden van deze werkgroep het afgelopen jaar mee bezig is geweest op het gebied van monitoring van de biodiversiteit op de boerderij.
Het webinar inclusief de beantwoording van de vragen van de deelnemers duurt 80 minuten.
Documentaire over de biodiversiteit in ons land, n.a.v. het jaar van de biodiversiteit.
In de documentaire maakt evolutiebioloog Dirk Draulans een stand van zaken op van de biodiversiteit in ons land, met andere woorden: de verscheidenheid van levende wezens. Wetenschappers zijn niet over het algemeen niet hoopvol. Planten- en diersoorten verdwijnen in sneltempo. In heel de wereld en dus ook in België. En dit mede door toedoen van de mens. Is de situatie echt zo dramatisch? Of kunnen we er met z'n allen nog iets aan doen? Dat zien we in deze documentaire.
Dirk Draulans praat met academici, overheidsinstanties, organisaties en natuurliefhebbers. Niet bang om zijn handen vuil of zijn schoenen nat te maken, trekt hij ook zelf de natuur in om uit te vissen hoe ernstig de situatie is, en wat eraan gedaan kan worden. Dirk neemt ons mee op een boeiende en verrassende ontdekkingstocht van stad tot polder, van bos tot strand en van vijver tot zee. De documentaire toont interessante initiatieven die de verdwijning van de biodiversiteit tegengaan Er zijn ook soorten die het goed doen, zowel op wereldschaal als in eigen land.
In Nederland komen naast de honingbij nog bijna 360 bijensoorten voor. Ieder met zijn eigen leefwijze en favoriete planten. De helft daarvan staart op de rode lijst en om goed te monitoren hoe het hen vergaat is er maar één methode: meten. Verwonderaar Doret ruilde een werkdag in voor een teldag en verdiept zich
sindsdien in het bijenleven op één specifieke plek. Zo draagt ze bij aan de wetenschap, en daar krijgt ze veel voor terug.
https://vlinderwerkgroepdrenthe.nl/wp-content/uploads/2017/04/2011-b.pdf Vlinders zijn wat nectarplanten betreft ware opportunisten.
Desondanks zijn er wel bepaalde lijnen te construeren.
Allereerst dient de bloeitijd van de nectarplant samen te
vallen met de vliegtijd van een bepaalde vlindersoort.
Akkerdistel is bijvoorbeeld een geliefde nectarplant maar
men zal nooit een oranjetipje op een akkerdistel aantreffen
omdat de bloeitijd buiten de vliegperiode van het oranjetipje
valt. In sommige milieus zoals heide en hoogveen is ook het
aantal plantensoorten gering en dus het aantal geschikte
nectarplanten. Vlindersoorten die in dat soort milieus vliegen,
zoals de heide – en hoogveenvlinders veenbesblauwtje,
heideblauwtje etc., zijn dan ook op weinig plantensoorten
foeragerend aangetroffen (tabel 1). Het gaat voornamelijk
om gewone dophei en struikhei. Verder is ook de mate
van voorkomen van belang. Sommige plantensoorten zijn
erg geliefd als nectarplant maar komen van nature slechts
verspreid en in lage aantallen voor en zijn als nectarplant van
beperkt belang. Een voorbeeld van een dergelijke plant is
koninginnenkruid.
Wat het aantal plantensoorten betreft waarop een
vlindersoort nectardrinkend is waargenomen staan
in Drenthe klein geaderd witje en klein koolwitje, met
respectievelijk 111 en 99 plantensoorten, op nummer een
en twee. Beide soorten zijn zeer algemeen en vliegen
in meerdere generaties per jaar en benutten daardoor
een groot scala aan nectarplanten. Opvallend is dat ook
zwartsprietdikkopje, met 85 plantensoorten, in de top drie
staat. Als een van de kleinste dagvlindersoorten van ons land
ziet hij kans een groot aantal nectarplanten te benutten. Hij
vliegt namelijk zowel op plantensoorten met kleine bloemen
als op plantensoorten met grote bloemen. Voor de grotere
vlindersoorten zijn plantensoorten met kleine bloemen van
weinig betekenis
Welke plantensoorten zijn voor dagvlinders in Drenthe
nu het meest interessant (tabel 2). Voor de heide – en
hoogveenvlinders is dat gemakkelijk het zijn namelijk
gewone dophei (Erica teralix) en struikhei (Calluna vulgaris).
Voor vlinders die min of meer gebonden aan bos of andere
houtopstanden namelijk eikenpage, boomblauwtje,groentje
en bont zandoogje is sporkehout (Rhamnus frangula) een
belangrijke nectarbron. Braam (Rubus spec) is vooral
geliefd bij groot dikkopje, koevinkje, bruin zandoogje en
landkaartje. Boerenwormkruid (Tanecetum vulgare) en
gewoon duizendblad (Achillea millefolium) scoren hoog bij
bruine vuurvlinder en kleine vuurvlinder. Stijf havikskruid
(Hieracium laevigatum) is geliefd bij de citroenvlinder, klein
koolwitje en argusvlinder. Het gaat daarbij vooral om de
tweede bloei van stijf havikskruid in de herfst. Deze tweede
bloei treedt op nadat de vegetatie in de zomer al een keer
s gemaaid. De belangrijkste nectarplant voor een aantal
dagvlinders in Drenthe is akkerdistel (Cirsium arvensis).
Zowel bij zwartsprietdikkopje, citroenvlinder, distelvlinder,
dagpauwoog, landkaartje, oranje zandoogje en bruin
zandoogje staat deze soort op nummer een. Bij groot
koolwitje, klein koolwitje, koevinkje, staat deze nectarplant
op de tweede plaats. Andere interessante nectarbronnen
voor dagvlinders zijn verder vertakte leeuwentand
(Leontodon autumnalis). Deze meer naar de herfst toe
bloeiende soort wordt vooral door argusvlinder, klein
koolwitje en klein geaderd witje bezocht. In het voorjaar
is pinksterbloem (Cardamine pratensis) niet alleen de
belangrijkste waardplant maar ook de belangrijkste
nectarbron voor het oranjetipje. De bloeiwijzen van grote
kattenstaart (Lythrum salicaria) zijn vaak behangen met
klein geaderde witjes. Koninginnenkruid (Eupatorium
cannabinum) is geliefd bij veel soorten
maar is de verspreiding te beperkt om
een belangrijke rol als nectarplant te
spelen In stedelijke milieus is vlinderstruik
een zeer belangrijke nectarbron.
Tenslotte foerageert landkaartje vaak
op schermbloemen zoals gewone
berenklauw. In dit overzicht ontbreekt
een zeer belangrijke nectarplant namelijk
Jacobskruiskruid (Senecio jacobaea)).
Deze soort is in Drenthe vooral na
2000 zeer algemeen geworden maar
ontbreken kwantitatieve gegevens om
het belang van deze nectarbron voor
dagvlinders in Drenthe te schetsen.
Verder zijn er nog wel meer aspecten
die aandacht verdienen. Zo wordt op
sommige plantensoorten het ene jaar
wel het andere jaar nauwelijks door
dagvlinders bezocht. Klein koolwitje en
klein geaderd witje vliegen ondermeer
op gewoon wilgenroosje (Chamaenerion
angustifolium). Andere dagvlindersoorten
zie je niet of nauwelijks op gewoon
wilgenroosje vliegen. De reden is mij
onbekend. Kor
https://www.netopzee.eu/hollandsekustnoord/overige-pagina-s/nieuwsbrieven/ontvangen https://www.vliz.be/nl/vliz-nieuwsbrief nze inheemse dieren. De inheemse plantensoorten hebben een lange geschiedenis met de diersoorten die hier voorkomen, waardoor er vaak veel interacties zijn tussen deze planten en dieren. Dit geldt voornamelijk voor mono- of oligofage diersoorten en voor planten (zoals orchideeën) die heel specifieke interacties met een bepaalde insectensoort hebben ontwikkeld waar hun voortbestaan (voortplanting) van afhangt. Dit laatste geldt weliswaar voornamelijk voor tropische orchideeën, maar het is als voorbeeld bedoeld (en onze soorten zijn natuurlijk in de tropen juist weer exoten). Exotische planten nemen daardoor ruimte in beslag die anders door inheemse planten gebruikt had kunnen worden. Als je bijvoorbeeld bedenkt dat een inheemse soort als waardplant dient voor 10 diersoorten en een exoot misschien voor 1 of 2 diersoorten, dan neemt daarmee de complexiteit en biodiversiteit af. Dit geldt uiteraard voornamelijk voor plant/dier-interacties waarbij de plant direct als voedselbron dient. Als nectarplant is het over het algemeen iets minder specifiek (behalve dus bijvoorbeeld bij orchideeën), hoewel een aantal gekweekte exotische plantensoorten weinig tot geen nectar aanbieden maar wel insecten lokken. De inheemse insecten hebben geen ervaring met deze planten en zullen dus fanatiek bij de bloemen naar nectar zoeken en zo energie verspillen.
Wat betreft dat inheemse soorten beter aangepast zijn aan het klimaat of beter bestand zijn tegen klimaatveranderingen klopt niet per se. Sommige exoten doen het hier juist beter dan inheemse soorten (tot het invasieve aan toe) en een aantal inheemse soorten is hier aangepast op een heel specifiek (micro)klimaat en biotoop. Met klimaatverandering kunnen deze biotopen makkelijk veranderen en de inheemse soorten hebben lang niet altijd de mogelijkheid om met de klimaatverandering mee te bewegen (en sterven dus makkelijk uit). Exoten (die hier verkocht worden) zijn over het algemeen niet zo kwetsbaar. Maar uiteraard geldt wel weer dat inheemse soorten een duidelijke plek in het ecosysteem hier hebben en dus echt deel uitmaken van onze natuur. Dit geldt dan minder voor exoten.
https://www.vliz.be/nl/vliz-nieuwsbrief
https://www.natuurpunt.be/nieuws/wat-zijn-de-belangrijkste-bloemen-voor-bijen-20230302 De vele advieslijsten op het internet zijn dus goedbedoeld en niet perse slecht, maar slaan dus vaak de bal mis en promoten niet die planten die onze meer bedreigde bijensoorten net nodig hebben. Onze analyses tonen aan dat die topplanten bij uitstek onze inheemse (on)kruiden zijn die gewoon aanwezig kunnen zijn in gazons door wat minder frequent te maaien of in graslanden met een geschikt maaibeheer. Onze meest banale tuinplant, de paardenbloem, bleek immers met kop en schouders boven alle andere planten uit te steken. Ook andere planten die in heel wat tuinen te vinden zijn, zoals jacobskruiskruid, rode klaver, wilde peen en gewone ereprijs, staan hoog in de top 25.
Verschillende van de topplanten zijn tegelijkertijd net die planten die in veel tuinen of andere plaatsen intensief bestreden worden, kijk maar naar de nummer 1, de paardenbloem. Hetzelfde kan gezegd worden over jakobskruiskruid, onze nummer 5 in de lijst. Deze plant is giftig voor runderen en paarden, waardoor het voor veehouders en paardenliefhebbers een echte probleemplant is. Ook distels zijn erg belangrijk met akkerdistel op de 4de plaats en speerdistel (50 soorten) en kale jonker (43 soorten) net buiten de top 25. De bestrijdingsplicht voor distels is intussen weggevallen, maar toch worden de planten op veel plaatsen nog bestreden. https://www.natuurpunt.be/nieuws/wat-zijn-de-belangrijkste-bloemen-voor-bijen-20230302
. Zeldzamere, meer gespecialiseerde insecten vindt je op die exotische planten veel minder tot niet. Voorbeeld zijn de Amerikaanse guldenroedes maar ook bijvoorbeeld de vlinderstruik, die wel aantallen insecten aantrekken, maar niet nuttig zijn voor de meer onder druk staande insectensoorten (en waarvan het blad niet wordt gegeten door inheemse insecten ...).
Een andere vraag is of cultivars van inheemse soorten evengoed zijn als de oorspronkelijke wildvorm van die inheemse soorten. Daar is niet zoveel over bekend. Waar het op lijkt is dat bontbladige planten welliswaar duidelijk langzamer groeien als normaal groene, maar door insecten evengoed worden gebruikt als de groene vormen. Donkerbladige vormen (b.v. rode beuk) lijken minder in trek te zijn bij plantenetende insecten, doordat de donkere kleurstof een afweermiddel tegen insecten is (groenbladige planten van dezelfde soorten hebben die donkere stof ook, maar in veel mindere hoeveelheid). Wanneer je kijkt naar bloembezoek, maar die bladkleur niets uit.
sommige exoten zijn zo in trek bij bloembezoekende insecten dat dit ten koste kan gaan van de bestuiving van inheemse plantensoorten. Dit zou het geval kunnen zijn met de bijenboom (bee-bee tree), die ook potentieel invasief is. Door bijenhouders de hemel in geprezen, maar voor de natuur geen geweldig ding.
Hommels hebben steun nodig:
In tegenstelling hetgeen vele mensen denken gaat het slecht met vele hommelsoorten. Vooral klaver specialisten (daarom verkopen wij ook rode- en witte klaver in onze webshop). Maar ook de meer algemenere hommelsoorten zijn kwetsbaar. Het is belangrijk dat vanaf het vroege voorjaar tot laat in de zomer voldoende voedsel beschikbaar is. Daarom stimuleren en verkopen we diverse bloembollen soorten (ook cultuursoorten) en onze bloemenmengsel met cultuursoorten.
Deze mengsels hebben wel degelijk een waarde i.t.t. de diverse (vage) (carnavals)mengsel met gevuld-bloemige soorten die in diverse tuincentra, winkels en webshops worden aangeboden en geen voedselbron zijn voor bijen.
Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat het allemaal net iets genuanceerder ligt. Zie: https://www.rhs.org.uk/science/conservation-biodiversity/plants-for-bugs In all, the study found that the best way to support invertebrates in gardens and promote a healthy ecosystem, is to choose plantings biased towards British native plants and encourage dense vegetation, while leaving some patches of bare soil.
Near-native (northern hemisphere) - and exotic (southern hemisphere) plants also have a positive role to play in providing a habitat for invertebrates, offering good evergreen winter cover and supporting pollinators when in flower. Many gardens are already important habitats for invertebrates, but this research helps refine the advice given to gardeners wanting to maximise their garden’s potential and support declining invertebrates.
Most importantly, any planting in a garden is better than none for invertebrates and diversity of plant origin in a garden is a strength, not a weakness.
Tuinen met grotendeels uitheemse soorten hebben slechts een iets kleinere soortenrijkdom: uitheems [northern-hemisphere -> -10%] & uitheems [southern-hemisphere -> -20%]. Zolang de beplanting voor het merendeel uit inheemse en northern-hemisphereplanten bestaat zit je behoorlijk goed. Plant daarnaast een aantal southern-hemisphere planten, zoals enkelbloemige Dahlias, Salvias, Verbena bonariensis, Tithonias en Zinnias,om het bloeiseizoen te verlengen.
In normale tijden houdt EIS Kenniscentrum Insecten jaarlijks een EIS-dag. In plaats hiervan 3 gratis digitale avondlezingen, in samenwerking met IVN Natuureducatie:
https://vlinderwerkgroepdrenthe.nl/wp-content/uploads/2022/02/EIS-nieuwsbrief74.pdf – 25 januari ‘Insecten onder de loep’
– 1 februari ‘Alle insecten tellen mee’
– 3 februari ‘Zelf aan de slag voor insecten’.
our newest Webinar Series, we’re going to take a deep dive into mycorrhizal fungi because they are a perfect example of how a better future for agriculture can be realized through plant and microbial relationships. Due to beneficial interactions with plants, Mycorrhizal Fungi can help improve yields, crop health, and ecosystem resilience.
This 4-Part Webinar Series is 100% FREE and brought to you by The Soil Food Web School. Follow the link to register and we’ll see you on April 11th at 11am PT (that’s 7pm UK time)! 🍄
de duurzaamste wijken van Nederland: Reitdiep en Drielanden: Climatecafe GroenBlauw 2023 04 11
Rond 2010 werkt het systeem goed maar in de winter moest het grijze water alsnog naar de zuivering. Via het Utrecht project het zwarte en grijze water verbeteren.
n 2013 en 2014 heeft in de wijk Drielanden een onderzoek naar de verwijdering van medicijnresten in zwart afvalwater (toiletspoeling) door middel van helofytenfilters plaatsgevonden. Na afloop en evaluatie van dit onderzoeksproject is er voor de bewoners van Drielanden een boekje gemaakt met informatie en interviews met betrokkenen. Helaas is het met de verspreiding hiervan niet helemaal goed gegaan. Her en der zijn er bij diverse gelegenheden wat boekjes uitgedeeld maar het is geheel onduidelijk wie er nu wel of niet een exemplaar hebben ontvangen. Daar komt nog bij dat er een groot aantal boekjes bij de gemeente zijn zoekgeraakt.
Enige tijd geleden zijn er weer een honderdtal boekjes boven water gekomen en geïnteresseerden kunnen alsnog een exemplaar ontva
Lucas Lauxen had een zelfvoorzienden de woning met regenwater
Afvalwaterproject Drielanden
Sinds 2012 onderzoekt de gemeente Groningen de mogelijkheid om afvalwater lokaal te zuiveren. Dat gebeurt in Waterland, een van de straten in de wijk Drielanden. De afvalwaterstromen van 166 huishoudens worden gescheiden afgevoerd en gezuiverd. Zwart water (toilet) stoomt eerst door een septic tank, grijs water (douche, keuken) rechtstreeks door een helofyten(riet)filter. Dit met als doel dat het gezuiverde afvalwater uiteindelijk kan worden geloosd op het oppervlaktewater in de wijk. Ook het regenwater is afgekoppeld en wordt rechtstreeks naar het oppervlaktewater geleid. De gemeente werkt tijdens dit project samen met lokale en landelijke organisaties en specialisten. En met een aantal bewoners, als Klankbordgroep. Meer weten? Bekijk nu de film https://www.youtube.com/watch?v=I2BxHV45CPw.
Onze wijk Drielanden staat bekend op het gebied van het duurzaam bouwen. Een van de belangrijkste onderdelen hiervan is het watersysteem. De afgelopen vier jaren is dit systeem nauwlettend gevolgd en onderzocht door een van onze wijkbewoners, Jan van Dijk. Van dit vierjarig onderzoek is nu een rapport verschenen waar we hier een korte samenvatting van geven. Het rapport heeft de titel "Stedelijk Waterbeheer Drielanden, evaluatie" meegekregen.
Nergens is de relatie tussen milieubewust handelen en de consequenties daarvan zo zichtbaar geworden als in Waterland. Het onderstreept een van de belangrijkste uitgangspunten van het integraal waterbeheer: betrokkenheid van alle deelnemers is voorwaarde voor het succes van het proces.
Wat is er op het gebied van waterbeheer in Waterland gerealiseerd:
drinkwaterbesparing
gescheiden afvoer van regenwater en opslag in vijvers en bodem
natuurvriendelijk water- en oeverbeheer
herwaardering van watersystemen bij de ruimtelijke inrichting van het woongebied
toepassing helofytenfilters voor grijs afvalwaterzuivering
De afvoer van regenwater gebeurt in Zon- en Mooiland door middel van een verbeterd gescheiden rioolstelsel en in Waterland door middel van een regenwaterriool of door vrije afstroming naar het wijkoppervlaktewater. Het wijkoppervlaktestelstel is een gesloten systeem waarin gebiedsvreemd polderwater zoveel mogelijk geweerd wordt.
Het grijze afvalwater (keuken, douche en (af)wasmachine) wordt in het helofytenfilter gezuiverd. 110 huishoudens in Waterland zijn aangesloten op een gescheiden riool die dit grijze afvalwater afvoert naar het helofytenfilter. Het water verblijft gemiddeld 18 dagen in dit filter. Vervolgens gaat het naar een tweede vloeiveld, het wijkwaterfilter waar het circa twee dagen verblijft. In de wintermaanden wordt het systeem buiten gebruik gesteld omdat de gewenste bacterien onder een bepaald temperatuursniveau (10 graden) niet actief zijn.
In de seizoenen 1996 tot en met 1999 is onderzoek gedaan of het systeem goed werkt. Het is gebleken dat de zuiveringsprestaties van het systeem prima is. Wel wordt in het rapport opgemerkt dat ondanks maatregelen de geur bij bepaalde weersomstandigheden wel is afgenomen maar toch nog zo sterk is dat het een nadelige invloed heeft op het woonklimaat. Desondanks is hierover niet officieel geklaagd.
Aanbevolen wordt in het rapport dat indien de geuroverlast niet verminderd overwogen dient te worden om het project te beëindigen en het systeem zodanig aan te passen dat wel het wijkoppervlaktewaterkwaliteit geoptimaliseert kan worden. Helofytenfilters of zuiveringsmoerassen zijn aangelegde of natuurlijke bassins waarin met behulp van moerasplanten (helofyten), meestal riet, water gezuiverd wordt.
Belangrijk voor het slagen van het project is de medewerking van de bewoners van Waterland. Niet alle bewoners zijn op de hoogte van de milieuvriendelijke aspecten van het wonen in Waterland in het algemeen en de aanwezigheid van de grijs afvalwaterzuivering in het bijzonder. Het is belangrijk om af te zien bijvoorbeeld van het gebruik van bepaalde (schoonmaak)middelen waarbij onderscheid gemaakt kan worden tussen stoffen die "liever niet" en "absoluut niet" gebruikt mogen worden. Bij de "liever niet stoffen" worden o.a. synthetische wasmiddelen, wasverzachters, ammoniak en gootsteenontstoppers genoemd. De "absoluut niet stoffen" zijn chloor en verfverdunners bijvoorbeeld.
In Drenthe is, door Ate Dijkstra, een aantal jaren goed bijgehouden op welke bloemen vlinders drinkend werden aangetroffen. Hieruit blijkt dat een aantal vlinders paardenbloem regelmatig gebruikt. Van de zesentwintig vlindersoorten waarvan er voldoende gegevens waren, werden er acht meer dan gemiddeld op paardenbloem gevonden. In volgorde van het belang waren dat argusvlinder, citroenvlinder, oranjetipje, kleine vos, klein geaderd witje, klein koolwitje, dagpauwoog en groot koolwitje. Dit zijn allemaal soorten die in het (vroege) voorjaar aanwezig zijn en dan is er niet veel keus aan nectarplanten, zeker niet in het agrarisch gebied. Om diezelfde reden is bloeiende paardenbloem ook voor bijen en andere insecten belangrijk. Naast nectarbron is die namelijk ook leverancie https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=25056
JBU tabellen Online
Dit jaar begint de JBU met het maken van een digitaal archief. Elke maand worden oude, uitverkochte uitgaves van de JBU als PDF op de website gezet. Er staan inmiddels zeven uitgaves online:
https://jeugdbondsuitgeverij.nl/digitaal-archief/
Graafwespen van de Benelux, geschreven door Wim Klein. Deze determinatietabel is een standaardwerk in het Nederlandse graafwespenonderzoek. Veel soorten zijn met deze tabel, in combinatie met het supplement te determineren;
Graafwespen van de Benelux, supplement, geschreven door Wim Klein. In dit supplement staan veel verbeteringen en enkele nieuwe soorten voor de eerdere uitgave. Samen met bovenstaande een gedegen werk om graafwespen mee op naam te brengen;
Wielwebspinnentabel, geschreven door Ron van 't Veer. Dit betreft een vrij bijzondere determinatietabel. De wielwebspinnen zijn op naam te brengen, maar ook zijn er beschrijvingen van de webben en ecologie. In de uitgave wordt ook besproken hoe de spinnen te vinden zijn en er zijn veel mooie en nuttige tekeningen toegevoegd;
Spillebeenvliegen, wortelvliegen en wolzwevers van Noordwest-Europa, geschreven door V.S. van der Goot & M.P. van Veen. Van deze tabel zijn twee drukken verschenen, hiervan is de laatste druk beschikbaar;
Plooivleugelwespen, geschreven door Raimond Hensen. Een van de laatste tabellen van alle plooivleugelwespen in Nederland. De tweede en tevens laatste druk van deze tabel staat op de website;
De hommels van Nederland, geschreven door Jan van der Blom. De gewijzigde druk van 1996 staat op de website;
Inventarisatiehandleiding, beschreven door Max Batenburg. De vijfde druk is beschikbaar
https://www.herenboeren.nl/webinars/ Monitoring van Biodiversiteit
Op 15 februari 2023 deelden Joke Stoop (biologe en beleidsmaker monitoring bij Herenboeren Nederland) en Anne Proot (biologe en mede-oprichter Herenboeren Duinstreek, Bergen NH) hun kennis over monitoring van biodiversiteit. Eén van de 3 pijlers van een Herenboerderij is ‘natuurgedreven voedselproductie’. Dat betekent o.a. dat we naast het produceren van voedsel óók de bodem willen verbeteren en biodiversiteit willen vergroten. Maar hoe vergroot en meet je biodiversiteit? Joke vertelde over het doel van monitoring: welke soorten vinden we eigenlijk interessant en ‘wat heb je eraan’? Anne is coördinator van een enthousiaste vrijwilligersgroep ‘Monitoring Biodiversiteit’ met meer dan 30 leden. Zij gaf ons mooie praktijkvoorbeelden van Herenboeren Duinstreek. Het webinar inclusief de beantwoording van de vragen van de deelnemers duurt 80 minuten.
Eén van de 3 pijlers van een Herenboerderij is ‘natuurgedreven voedselproductie’.
Uitgangspunt in een natuurgedreven voedselproductiesysteem is de kracht en complexiteit van natuurlijke processen, en het ontwikkelend en parerend vermogen daarvan. Observeer en lees de natuur, laat haar voor je werken, werk mét haar en ga er niet tegenin: dat maakt het geheel sterker.
Als je de natuurlijke processen (onder- en bovengronds, met het geheel van relaties tussen plant, dier, bodem, micro-organismen e.d.) als uitgangspunt neemt, ontstaat op termijn een veerkrachtig en (bio)divers systeem met veel (natuur)waarden in een waardevol landschap.
Dat systeem, feitelijk een cross-over van wat we nu nog ‘landbouw’ en ‘natuur’ noemen, kan zich dan met een minimum aan externe inputs in stand houden én ontwikkelen.
Hoe zijn we daar in de praktijk op de Herenboerderij mee bezig? Hoe vergroten (en meten) we biodiversiteit?
Dat is nog niet zo eenvoudig. Maar we vinden het wel heel belangrijk!
Ontdek er vanavond meer over, en laat je inspireren.
Sprekers:
1) Joke Stoop (bioloog en beleidsmaker monitoring bij Stichting Herenboeren Nederland)
2) Anne Proot (bioloog en mede-oprichter van coöperatie Herenboeren Duinstreek in Bergen, NH)
Joke en Anne vertellen over de ups en downs van het monitoren van biodiversiteit op de Herenboerderij.
Joke zal ingaan op de vraag wat het doel is van het monitoren van allerlei soorten. Welke soorten vinden we interessant? En wat heb je eraan?
Anne is coördinator van een ontzettend enthousiaste vrijwilligersgroep ‘Monitoring Biodiversiteit’ waar maar liefst 30 leden van Herenboeren Duinstreek (Bergen, NH) bij zijn aangesloten. Zij geeft ons mooie praktijkvoorbeelden van deze werkgroep het afgelopen jaar mee bezig is geweest op het gebied van monitoring van de biodiversiteit op de boerderij.
Het webinar inclusief de beantwoording van de vragen van de deelnemers duurt 80 minuten.
Documentaire over de biodiversiteit in ons land, n.a.v. het jaar van de biodiversiteit.
In de documentaire maakt evolutiebioloog Dirk Draulans een stand van zaken op van de biodiversiteit in ons land, met andere woorden: de verscheidenheid van levende wezens. Wetenschappers zijn niet over het algemeen niet hoopvol. Planten- en diersoorten verdwijnen in sneltempo. In heel de wereld en dus ook in België. En dit mede door toedoen van de mens. Is de situatie echt zo dramatisch? Of kunnen we er met z'n allen nog iets aan doen? Dat zien we in deze documentaire.
Dirk Draulans praat met academici, overheidsinstanties, organisaties en natuurliefhebbers. Niet bang om zijn handen vuil of zijn schoenen nat te maken, trekt hij ook zelf de natuur in om uit te vissen hoe ernstig de situatie is, en wat eraan gedaan kan worden. Dirk neemt ons mee op een boeiende en verrassende ontdekkingstocht van stad tot polder, van bos tot strand en van vijver tot zee. De documentaire toont interessante initiatieven die de verdwijning van de biodiversiteit tegengaan Er zijn ook soorten die het goed doen, zowel op wereldschaal als in eigen land.
Bij de aanschaf van de boerderij kwamen ze niet uit de niet-financiële voorwaarden met zijn twee ooms.
Iedere generatie heeft te doen, wat die te doen heeft.
Duurzamere landbouw toe, dan nu gedaan wordt.
Oude denken: succes = van 70 naar 160 melkkoeien
Code aan het kraken van de oude generatie wat succes definieert – filosoof en boer Jan Huijgen
November 2021 besloten dat ze er niet uit gingen komen met de ooms en op zoek gegaan naar een andere boerderij.
Boerderij gekocht met 70 koeien en 40 Ha. Daar moet grond bij komen voor een betere verhouding. Dit gaan ze pachten.
De Patrijs heeft 1 miljoen gecrowdfund van 400 burgers – en dat ging met veel energie gepaard.
Je kunt nog steeds deelgenoot worden een of meer certificaten van € 1000 kopen en kiezen van 3 manieren van rendement – 1. 1.5% rente per jaar, 2. 2.5% korting op de producten in de verslokalen, 3. Mooier landschap en biodiversiteit. In totaal 400k koos voor de derde optie.
Andere projecten waar ze nu nog te weinig middelen voor hebben: het energiesysteem verduurzamen (melk koelen), conferentie ruimte inrichten.
Naar wat voor voedselsysteem zouden we willen? Een systeem dat gericht is op de gezondheid van de mens en onze biodiversiteit en ons landschap ondersteunt. De fundering van ons leven.
Als we nu alle graslanden die we hebben omzetten naar akkerbouw en alleen plantaardige producten dan krijgt de biodiversiteit een enorme klap.
We importeren veel voer, producten exporteren, maar letterlijk met de shit blijven zitten.
Hoe komen we van het huidige systeem, naar een systeem dat biodiversiteit, landschap en onze gezondheid ondersteunt zonder dat er enorme trauma’s ontstaan bij groepen boeren?
Als we de boeren vragen het aantal koeien terug te brengen en dezelfde melkprijs geven, dan zijn ze binnen een jaar en failliet en dat kan niet de bedoeling zijn. Ze willen wel naar het nieuwe systeem maar zijn op zoek naar duidelijkheid over hoe ze daar van kunnen bestaan.
Marktdenken vaalt hier. Goed in handel drijven, hoe in koeien voeren en melk exporteren. Manier die werkt financieel gezien, maar ecologisch gezien heel veel kost.
Een melkveehouder heeft een afnemer en die bepaalt de prijs van het product.
De Patrijs levert rechtstreeks aan 1700 klanten.
Er is 0,5 FTE bezig voor de communicatie met de leden.
Een gemiddelde boer is niet in staat om die communicatie, marketing en verkoop kant goed te organiseren.
Als je langdurig wilt verduurzamen dan moet je niet investeren maar desinvesteren.
Boeren helpen om te verduurzamen, door o.a. Minder voer van verder weg, meer voer van eigen land, meer biodiversiteit in eigen land, meer dieren welzijn.
Schiermonnikoog – 7 melkveehouders – overheid zegt we gaan 1 uitkopen, maar dat wilden ze alle zeven niet.
Jan Willem Erisman – Prof. dr. ing. Jan Willem Erisman (1961) is hoogleraar Milieu en Duurzaamheid bij het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML) aan de Universiteit Leiden
Meer dan 30% van de koeien hebben weggedaan en met eigen kaasmerk. Met alleen lokale verkoop lukt het niet.
Eerlijke kaas – kun je een boer adopteren. Abonnement op de kaas nemen.
Van Friesland Campina – de webshop De Firmakaas.nl begin 2022 overgenomen. Defirmakaas.nl naar de eerlijkekaas.nl.
In plaats van technische innovatie hebben we meer sociale innovatie nodig. Prof. Dr. Patrick Huntjens heeft het ook wel over een natuurlijk sociaal contract.
Vanuit verlichting zoeken we onafhankelijkheid, terwijl we als wezen extreem afhankelijk zijn, van de aarde, de lucht, de biodiversiteit, ons voedsel. De wederzijdse afhankelijkheid van de boer is niet meer zichtbaar.
Wij zijn afhankelijk van de aarde. Die hebben we te dienen op een volhoudbare manier.
Eerlijke Kaas bewust een BV gekozen en een stichting aan gehangen – stichting is de bestuurder en heeft een aandeel – alle medewerkers ook aandeelhouders. Maximaal ⅓ van de winst kan worden uitgekeerd worden aan de aandeelhouders.
Alle drie stellingen zijn waar: de aarde is van ons allen, de aarde is van zichzelf, en een stukje van de aarde heb ik de verantwoordelijk voor.
Johannes ontleent zijn identiteit aan het zijn van een transitie maker
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=25056 In Drenthe is, door Ate Dijkstra, een aantal jaren goed bijgehouden op welke bloemen vlinders drinkend werden aangetroffen. Hieruit blijkt dat een aantal vlinders paardenbloem regelmatig gebruikt. Van de zesentwintig vlindersoorten waarvan er voldoende gegevens waren, werden er acht meer dan gemiddeld op paardenbloem gevonden. In volgorde van het belang waren dat argusvlinder, citroenvlinder, oranjetipje, kleine vos, klein geaderd witje, klein koolwitje, dagpauwoog en groot koolwitje. Dit zijn allemaal soorten die in het (vroege) voorjaar aanwezig zijn en dan is er niet veel keus aan nectarplanten, zeker niet in het agrarisch gebied. Om diezelfde reden is bloeiende paardenbloem ook voor bijen en andere insecten belangrijk. Naast nectarbron is die namelijk ook leverancier van veel stuifmeel.
http://bijenkennisnet.nl/system/files/documenten/boek/factsheet_1_module_gewasbescherming_paardenbloem.pdf http://www.louisbolk.org/nl/publicaties/publicatie/?pubID=2608
Het onderzoek liet zien dat nachtelijke bestuiving bijdraagt aan de opbrengst van aardbeien. De bijdrage van dag- en nachtbestuiving is vergelijkbaar en complementair. De bestuiving overdag is al heel lang en uitgebreid onderzocht. Bekende bestuivers zijn wilde bijen en honingbijen, zweefvliegen, kevers en ook wel dagvlinders. In Groot-Brittannië is nu onderzoek gedaan naar bloembezoek op braam en de bestuiving daarvan. In tegenstelling tot het onderzoek naar bestuiving van aardbeiplanten, die op een kwekerij plaatsvond, is in dit geval gekeken in de ‘vrije’ natuur. Er werden tien locaties met een overvloed aan bramen in een licht tot intensiever begraasd terrein
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=30616
De nachtbestoven planten doen zeker niet onder voor de dagbestoven planten maar de planten die zowel ’s nachts als overdag waren bestoven hadden het hoogste gewicht. Daarmee zien we dat nachtbestuiving belangrijk is voor het gemiddelde gewicht, en dus de opbrengst. Als een aardbeibloem slecht bestoven is, krijg je een misvormde aardbei. De aardbeien waar geen bestuivers bij konden komen, waren vaker dan bij de bestoven planten misvormd.
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=30514 https://doi.org/10.1016/j.agee.2023.108475
https://www.natuurpunt.be/nieuws/wat-zijn-de-belangrijkste-bloemen-voor-bijen-20230302 Uit onze analyses bleek dat er geen enkele uitheemse of typische sierplant in de top 25 staat. Lavendel en kattenkruid, twee sierplanten die vaak als goede bijenplanten naar voor worden geschoven, scoren niet goed en trekken beide minder dan 30 soorten aan. Dat deze planten niet in deze lijst staan, betekent niet noodzakelijk dat ze geen bijen aantrekken. Dergelijke planten trekken typisch grote aantallen algemene en niet bedreigde bijensoorten aan, zoals een aantal hommelsoorten, wilde bijensoorten als grote wolbij of kattenkruidbij en honingbijen.
https://www.natuurpunt.be/pagina/hoe-krijg-je-een-waardevol-gazon
https://www.natuurpunt.be/pagina/hoe-krijg-je-een-waardevol-gazon Een klassiek gazon heeft nauwelijks natuurwaarde. Meestal wordt het ingezaaid met een grasmengsel van slechts enkele soorten die resistent zijn voor de vele maaibeurten en betreding. Door het vele maaien en meestal ook mesten komen er in het klassiek gazon nauwelijks kruiden voor. Als er al enkele bloemplanten in slagen om zich te vestigen, dan krijgen ze amper kans om te bloeien. Het klassiek gazon biedt dus geen nectaraanbod en is voor insecten en ander bodemleven nagenoeg een woestijn. Ga aan de slag met de basistips en vorm je gazon om tot een plek met meer leven.
In Drenthe is, door Ate Dijkstra, een aantal jaren goed bijgehouden op welke bloemen vlinders drinkend werden aangetroffen. Hieruit blijkt dat een aantal vlinders paardenbloem regelmatig gebruikt. Van de zesentwintig vlindersoorten waarvan er voldoende gegevens waren, werden er acht meer dan gemiddeld op paardenbloem gevonden. In volgorde van het belang waren dat argusvlinder, citroenvlinder, oranjetipje, kleine vos, klein geaderd witje, klein koolwitje, dagpauwoog en groot koolwitje. Dit zijn allemaal soorten die in het (vroege) voorjaar aanwezig zijn en dan is er niet veel keus aan nectarplanten, zeker niet in het agrarisch gebied. Om diezelfde reden is bloeiende paardenbloem ook voor bijen en andere insecten belangrijk. Naast nectarbron is die namelijk ook leverancie https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=25056